SV | Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, [dat] hoorde (dezelve nu was in Egypte, alwaar hij van het aangezicht van den koning Salomo gevloden was), dat Jerobeam uit Egypte wederkeerde; |
WLC | וַיְהִ֞י כִּשְׁמֹ֨עַ יָרָבְעָ֤ם בֶּן־נְבָט֙ וְה֣וּא בְמִצְרַ֔יִם אֲשֶׁ֣ר בָּרַ֔ח מִפְּנֵ֖י שְׁלֹמֹ֣ה הַמֶּ֑לֶךְ וַיָּ֥שָׁב יָרָבְעָ֖ם מִמִּצְרָֽיִם׃ |
Trans. | wayəhî kišəmō‘a yārāḇə‘ām ben-nəḇāṭ wəhû’ ḇəmiṣərayim ’ăšer bāraḥ mipənê šəlōmōh hammeleḵə wayyāšāḇ yārāḇə‘ām mimmiṣərāyim: |
Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, [dat] hoorde (dezelve nu was in Egypte, alwaar hij van het aangezicht van den koning Salomo gevloden was), dat Jerobeam uit Egypte wederkeerde;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat, [dat] hoorde (dezelve nu was in Egypte, alwaar hij van het aangezicht van den koning Salomo gevloden was), dat Jerobeam uit Egypte wederkeerde;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!